M.Bimmel, 14 november 2003
BeschrijvingAlgemeen:Het pand maakt deel uit van de gesloten gevelwand aan de noordelijke zijde van de straat, nabij het kapelaan Koopmansplein. In 1926 is het pand gebouwd als één geheel met de nummers 112-114 en staat op een rechthoekig diep perceel. Het pand omvat een begane grond met erker en aanbouw aan de achterzijde, eerste verdieping en een zolder onder twee verschillende dakdelen: een zadeldak haaks op de straat achter de topgevel en een mansarde kap evenwijdig aan de straat. Op de begane grond is het bij het pand behorende perceel begrensd door een lage bakstenen muur die aan de bovenzijde is afgewerkt met een ijzeren reling met pinnen. De ruimte achter de tuinmuur is deels belegd met een terrazzo looppad met grijze banden; het overige is belegd met betontegels.Voorgevel:De in klezoorverband opgetrokken straatgevel met verdiepte lintvoegen en platvol gevoegde stootvoegen. Op de begane grond bevinden zich drie gevelopeningen, de voordeur en een smal hoog venster naast de erker. De getoogde voordeur bevindt zich verdiept in het gevelvlak onder inspringende rondbogige ontlastingsconstructies, waarvan de buitenste is voorzien van zandstenen aanzetstenen en sluitsteen. In de deur is een aantal kijkglaasjes opgenomen. De dagkanten in het gevelvlak, onder de bogen, zijn afgeschuind en sluiten aan op hardstenen neuten. De dubbele drempel is uitgevoerd in beton en hardsteen; naast de deur is een zandstenen brievenbus geplaatst. Het smalle hoge venster heeft een rechthoekig en vierkant ruitvlak, en is voorzien van een houten raamdorpel en een geverfde betonnen latei. De symmetrisch vormgegeven erker heeft links een gebogen bakstenen borstwering. Het kozijn volgt de contouren van de bakstenen onderbouw en bestaat uit een houten onderdorpel, grote ruitvlakken aan de onderzijde en kleinere liggende rechthoekige bovenlichten. De betonnen afdekking heeft een klein overstek en dient tevens als balkonvloer. Op de betonnen plaat is een lage bakstenen borstwering met een ijzeren hekwerk geplaatst. Op de eerste verdieping is een middelgroot vernieuwd venster met zwarte keramische raamdorpelstenen aanwezig. Boven de erker is een groot kozijn geplaatst met een houten borstwering onder een draairaam met klepraam naast een groot vast venster. Het grote kozijn is een verandering uit het laatste kwart van de 20ste eeuw; hierbij is het oude venster met borstwering, en mogelijk een deur, uitgebroken voor een grotere gevelopening. Onder de dakvlakken zijn ver buiten het gevelvlak uitkragende houten bakgoten aangebracht. | 1 |
De topgevel is tot aan het dak evenwijdig aan het plein voorzien van deze goten. Ter hoogte van de goten bevindt zich in de geveltop een staand rechthoekig kunststof venster dat laat in de 20ste eeuw is aangebracht. De gevelopening was voordien smaller en lager, de onderste twee decimeter is dichtgezet met baksteen. Op de perceelgrens is een regenbuis op de gevel gemonteerd die is aangesloten op een verzamelbak. De zolder bevindt zich onder twee verschillende dakdelen. Het linkergedeelte dat aansluit op de topgevel is een zadeldak, haaks op de straat, en is met verbeterde Hollandse pannen gedekt. Het rechterdeel dat zich evenwijdig aan de straat bevindt is een mansardekap eveneens met verbeterde Hollandse pannen gedekt. In dit deel is een moderne dakkapel onder een plat dak aanwezig waarin twee draairamen zijn opgenomen.Interieur:Het interieur behoorde niet tot de context van dit onderzoek.Redengevende omschrijvingHet pand Van Noremborghstraat 110 is beeldbepalend en heeft monumentale waarde vanwege de bouwstijl, de monumentale bouwmassa en enkele belangwekkende elementen in het exterieur. In samenhang met de gebouwde omgeving en als onderdeel van een groter bouwblok is het pand beeldbepalend en heeft het ensemblewaarde. Daarnaast heeft het bouwblok waarde als particuliere bebouwing (middenstandswoningen) gesitueerd in de in de jaren ‘20 en ‘30 tot stand gekomen uitbreidingswijk De Muntel. | 2 |
1943 | H. Jonker (accountant) |